Hilversum verlangde er al lange tijd naar, minister Plasterk heeft het nu verwezenlijkt: de programmavoorschriften verdwijnen. Tot op heden stond bij wet vastgelegd hoeveel zendtijd de Publieke Omroepen moesten besteden aan drama, kunst & cultuur, minderheden en meer van die specifieke tv-stromingen. Dat wordt nu losgelaten. In plaats daarvan maakt Plasterk prestatie-afspraken met de omroepen.
Zo zijn er bepaalde evenementen die de Publieke Omroep moet verslaan, zoals Koninginnedag en Bevrijdingsdag. Verder moeten NOS Journaals binnen een half uur na uitzending online beschikbaar zijn.
Plasterk benadrukt dat de prestatieovereenkomsten niet over de inhoud van de programma's gaan. De onafhankelijkheid van de publieke omroep blijft zorgvuldig bewaard, belooft hij. De overeenkomsten gaan over de volle breedte van de publieke programmering, inclusief radio en internet, en prioriteiten kunnen om de zoveel jaar wisselen.
Plasterk komt ook over de brug met extra geld voor dramaproducties. Tot 2010 moet er jaarlijks minimaal 125 uur nieuw drama worden uitgezonden, oftewel iets meer dan 2 uur per week. Ook moet er jaarlijks minimaal 250 uur aan nieuwe kunstprogramma's komen, vijftien uur aan cabaretregistraties en 30 uur aan Nederlands satire worden besteed.